Over de snelle slalom

Bij deze oefening worden zes pylonen op een rij geplaatst met een bepaalde afstand ertussen. De kandidaat moet met een snelheid van minimaal dertig kilometer per uur tussen de pylonen door slalommen.

Het is essentieel dat de kandidaat dit doet met een trekkende motor, wat betekent dat de motor in een versnelling staat en niet op de koppeling rijdt. De uitvoering moet vloeiend en gelijkmatig zijn, waarbij de kandidaat vanuit de heupen stuurt om de motor af te schuinen en te kantelen. Dit toont aan dat de kandidaat de motor onder controle heeft bij hogere snelheden en in staat is om nauwkeurige bewegingen uit te voeren.

Tijdens de oefening moet de kandidaat letten op het behouden van een constante snelheid, het correct bedienen van de motor, en het in balans houden van de motorfiets. Het is ook belangrijk dat de kandidaat niet de pylonen raakt of omver rijdt.

Deze oefening test de behendigheid en het vermogen van de kandidaat om de motorfiets te beheersen tijdens meer dynamische manoeuvres. Het succesvol uitvoeren van de ‘Snelle slalom’ is een indicatie van goede voertuigbeheersing, een cruciale vaardigheid voor elke motorrijder.

Veel voorkomende fouten

Veelgemaakte fouten bij de AVB oefening ‘Snelle slalom’ omvatten het niet behouden van een constante snelheid, het onjuist bedienen van de motor, en het verliezen van balans.

Kandidaten vergeten soms de motor in een trekkende versnelling te houden, wat essentieel is voor de controle en stabiliteit van de motorfiets tijdens de oefening. Een andere veelvoorkomende fout is het niet vloeiend en gelijkmatig sturen vanuit de heupen, wat resulteert in een schokkerige beweging tussen de pylonen.

Het raken of omverrijden van pylonen is ook een fout die vaak voorkomt, wat wijst op een gebrek aan precisie en behendigheid. Het is cruciaal dat kandidaten oefenen op het soepel door de slalom navigeren met de juiste snelheid en controle, om deze fouten te minimaliseren en hun kans op slagen te vergroten.