Bekijk hier de video over de vertraginsoefening met de motor. Onder de video vind je informatie over de oefening.
De vertragingsoefening is een onderdeel van het motorexamen voertuigbeheersing (AVB) waarbij de kandidaat zijn vaardigheid in het beheersen van de motorfiets bij hogere snelheden en het correct uitvoeren van een vertraging demonstreert.
Tijdens deze oefening wordt van de kandidaat verwacht dat hij of zij vanuit stilstand optrekt tot een snelheid van minimaal 50 km/u, wat meestal overeenkomt met de derde versnelling. Na het passeren van een gemarkeerd punt, het tweede poortje, moet de kandidaat het gas dichtdraaien, afremmen met zowel de voor- als achterrem en tegelijkertijd minimaal één versnelling terugschakelen. Het is essentieel dat de kandidaat volledig is vertraagd tot 30 km/u voordat hij begint met de slalom om drie pylonen, die op een afstand van acht meter van elkaar staan.
Belangrijke aandachtspunten tijdens de uitvoering zijn de controle over de motor, het behouden van balans tijdens het vertragen en slalommen, en het correct bedienen van de remmen en versnellingen.
De examinator beoordeelt of de kandidaat de motorfiets gedurende de hele oefening onder controle heeft, juist bedient, bestuurt en in balans houdt.
Bij de vertragingsoefening van het AVB-examen komen enkele veelvoorkomende fouten naar voren. Een van de meest voorkomende fouten is het niet behalen van de vereiste snelheid van 50 km/u voor het afremmen, wat essentieel is voor het correct uitvoeren van de oefening.
Ook het onjuist gebruik van de remmen, waarbij kandidaten vaak te hard op de voorrem drukken en de achterrem negeren, leidt tot een onevenwichtige vertraging en kan de controle over de motorfiets verminderen. Het niet correct terugschakelen van versnellingen is een andere fout die vaak wordt waargenomen; kandidaten moeten minimaal één versnelling terugschakelen na het afremmen.
Daarnaast is het behouden van balans tijdens het vertragen en slalommen cruciaal, en een gebrek aan balans kan leiden tot onnodige correcties of zelfs het omvallen van de motor.
Tot slot is het overschrijden van de gemarkeerde punten, zoals het tweede poortje, een veelgemaakte fout die kan resulteren in een onvoldoende beoordeling van de oefening.