Over het wegrijden uit het parkeervak

De AVB oefening ‘Wegrijden uit het parkeervak’ is een belangrijk onderdeel van het motorexamen voertuigbeheersing. Tijdens deze oefening wordt van de kandidaat verwacht dat hij of zij vanuit stilstand wegrijdt uit een parkeervak, een haakse bocht maakt en vervolgens enkele meters rechtuit rijdt.

De breedte van de rijbaan waarop deze oefening wordt uitgevoerd is doorgaans drie meter. Het is cruciaal dat de kandidaat laat zien dat hij of zij gecontroleerd en met de juiste snelheid de bocht kan maken, direct na het wegrijden. De examinator zal aangeven in welke richting de kandidaat moet wegrijden.

Belangrijke aandachtspunten voor de kandidaat zijn het behouden van balans, het correct bedienen van de motor en het uitvoeren van de oefening zonder de pylonen aan te raken. Een juiste bediening van de koppeling en het gas geven zijn hierbij essentieel, evenals het kijken in de juiste richting.

Het is van belang dat de kandidaat laat zien dat hij of zij de motor volledig onder controle heeft tijdens het uitvoeren van deze manoeuvre.

Veel voorkomende fouten

De meest voorkomende fouten bij de AVB oefening ‘Wegrijden uit het parkeervak’ omvatten vaak een onjuiste bediening van de koppeling en het gas, wat kan leiden tot afslaan of een ongecontroleerde beweging.

Een andere veelgemaakte fout is het niet goed kijken in de richting van de bocht, wat essentieel is voor het behouden van balans en controle over de motor. Kandidaten vergeten soms ook de juiste kijktechniek toe te passen, zoals over de schouder kijken voordat ze wegrijden.

Daarnaast kan een gebrek aan vloeiende beweging in de bocht, waarbij de snelheid niet consistent wordt gehouden, resulteren in het raken van pylonen of het uit balans raken. Het is belangrijk dat kandidaten oefenen op het soepel laten samengaan van kijktechniek, koppeling- en gasbediening, en het behouden van een stabiele, gecontroleerde snelheid tijdens de hele manoeuvre.

Door deze vaardigheden te beheersen, kunnen veel voorkomende fouten worden voorkomen en kan de kandidaat een succesvolle uitvoering van de oefening laten zien.